d-fens

Gistermorgen moest ik om half elf in Rotterdam zijn. Het zou me een uur kosten om er te komen en omdat ik niet te laat wilde komen nam ik een half uur marge in acht.

Op de snelweg zei Christina Aguilera (in de navigatie-app kon ik kiezen tussen haar en Boy George) op een volslagen onverwacht moment tegen mij: “Turn right.”

Hoe hoog ik Aguilera ook heb zitten, ik negeerde haar instructie. Ik hoorde het wel, maar ook weer niet, zoals ik aan zee ook geen acht sla op de golfslag.

Een paar honderd meter verder kwam alles kansloos tot stilstand. Ervaren filerijders zetten meteen de motor uit, wisten al wat ons te wachten stond. Ik voelde me William D-Fens Foster, wilde het talud op lopen, weg van deze blikken rij.

Ik kwam dus hopeloos te laat. Mijn volgende afspraak was bij mij thuis om half twee en wat denk je: stond ik wéér in de file. Kwam ik opnieuw te laat. Ten slotte de derde afspraak van de dag, in het autisme-expertisecentrum. Weinig verrassend mocht ik ook nu weer aansluiten en kwam ik ook die derde keer verre van op tijd.

Aan tafel tegenover mijn behandelaars boog ik voorover en legde mijn rechterwang op tafel. Zo moe was ik dat ik mijn hoofd niet meer omhoog kon houden. Ik hoorde de mensen om mij heen praten: eerst tégen mij, toen óver mij.

Vorige
Vorige

dat kan ik me voorstellen

Volgende
Volgende

alomtegenwoordig