droge ogen
In haar in 2014 verschenen tweede dichtbundel, De eerste letter, schrijft Lieke Marsman over bewust of niet bewust leven. Ze dicht over ochtenden waarop ze elke minuut een ander liedje in haar hoofd heeft en over dagen waarop ze ‘Wezenloos voor de televisie zit, maar zit, alsof ik ooit anders voor de/televisie heb gezeten dan wezenloos. Heb ik niet.’
De avonden worden weer donker en als ik met hond Nina het laatste rondje van de dag loop, kom ik langs als etalages verlichte huiskamers. Daarin zitten al mijn buren vrijwel allemaal voor de televisie, en allemaal wezenloos. Dat is juist de functie van tv: je hoeft nergens meer over na te denken, beelden worden je voorgeschoteld, eindelijk mag je ‘uit’. Helemaal niets mis mee, al is de tijd die de gemiddelde Nederlander dagelijks alleen al voor het televisiescherm doorbrengt niet mals: drie uur en twintig minuten.
Tel daarbij de uren per dag op die we doorbrengen voor of achter het scherm van computer en telefoon, en je weet dat we volledig met schermen zijn verkleefd. Door al dat naar schermen kijken ontstaat allerlei fysiek ongemak, zoals een permanente stijve nek en ook het droge ogen-syndroom.
Wie naar een scherm kijkt, knippert minder. Daardoor neemt de hoeveelheid traanvocht in je ogen af, maar huilen deden we toch al niet. We zijn immers wezenloos, oftewel: zonder besef van de dingen om ons heen. We zien alleen nog de dingen voor ons op het scherm. ‘De mooiste mens/is de mens die niet nadenkt’, dicht Lieke Marsman, maar dat meent ze denk ik niet.