gebouwen die galmen
Via een opiniestuk in Trouw van Boris van der Ham, bestuurslid van Humanists International, kwam ik op een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau, dat een maand geleden verscheen. Het wetenschappelijk instituut schreef dat atheïsten en agnosten inmiddels een meerderheid vormen onder de bevolking. ‘Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland. Daarmee is voor de meeste mensen de zoektocht naar zingeving en zelfverwezenlijking een individuele zaak.’
Dat individuen zelf naar de zin van het leven op zoek moeten, kan volgens het rapport zorgen voor een grotere mentale belasting en een mogelijke toename van problemen die hiermee worden geassocieerd, zoals burn-outs. Ik ben tegen burn-outs, maar een iets grotere mentale belasting als gevolg van het eigenhandig moeten zoeken naar zingeving kan ook een zegen zijn. Zonden niet langer werktuigelijk wegbiechten, niet meer leven en lijden in vrees voor Zijn toorn, maar zelf nadenken. Zonden eigenhandig afzweren, of accepteren, of er iets van leren.
Individualisme klinkt ongezellig, maar een groep individualisten samen is ook een groep. Een verzameling mensen die naar elkaar omzien, niet om in de hemel te komen, maar om er hier iets paradijselijks van te maken. Al hoop ik wel dat de kerken blijven: gebouwen die galmen, waar je samen kunt komen. Op de kansel geen dominee of pastoor, maar erudiete sprekers die me op zondagochtend, of in de middag of op een andere dag van de week, inspireren of iets kunnen leren. Ik wil ook samen zingen, en dan niet De Heer is mijn Herder, maar een liedje over hoe we ieder voor zich én samen zoeken naar ‘wateren der rust’ en ‘grazige weiden’. We mogen het zelf schrijven.