geluksonderbroek
Ik praat niet graag over mijn onderbroeken. Dat onderwerp zit bij mij in de bak privé. Ik ben openhartig over veel onderwerpen, maar of ik een boxer draag of slip, of niks, dat hou ik voor mijzelf.
Wel wil ik kwijt dat ik een geluksonderbroek heb. Drie zelfs. Ze zijn van een bepaald merk en zitten precies goed en als ik iets belangrijks moet doen dat me stress geeft, bijvoorbeeld geïnterviewd worden of een lezing houden, dan geeft het me houvast, als ik tegenover de interviewer zit of het podium op wordt geroepen, dat ik dan weet: ik heb in ieder geval mijn geluksonderbroek aan.
Alle andere onderbroeken die ik heb zijn geen pechonderbroeken, maar neutrale. Soms gebeuren er goede dingen terwijl ik ze draag, soms slechte, meestal zit het er zo’n beetje tussenin. Maar met mijn geluksonderbroek aan voel ik me onoverwinnelijk. Het leuke is dat iedereen dat aan me ziet, dat ik onoverwinnelijk ben, ze weten alleen niet hoe het komt. Want ik laat mijn geluksonderbroek aan niemand zien.