rook

Vanochtend vroeg liep ik langs huizen met schoorstenen en uit de schoorstenen kwam rook en dat ontroerde me. Al is ‘ontroeren’ een groot woord, zo gevoelig ben ik nu ook weer niet, dat ik helemaal ontroerd raak door rook uit een schoorsteen. Laten we zeggen: ik nam het waar.

Ik nam de rook waar die naar buiten kringelde en ‘ontroerd’ is een groot woord, maar ik denk dat ik geraakt werd omdat het me deed denken aan het dorpje van de overzettelijke Galliërs uit de Asterix-stripboeken, dat ook bestaat uit huizen met schoorstenen waar rook uit komt.

Dat dorpje heeft een visboer en een smid en een dorpshoofd en een bard en ieder woont in zijn eigen woning, maar samen vormen ze een gemeenschap, en zo voelde ik vanmorgen misschien dat ik óók deel uitmaak van een gemeenschap.

Vaak voel ik me ontheemd, maar vanochtend voelde ik me verbonden. Al is ‘verbonden’ een groot woord, maar laten we zeggen: ik voelde me niet ónverbonden. De rook kwam uit een woning en ik liep terug naar mijn woning, maar samen met al die mensen in al die woningen vorm ik een gemeenschap. Ik hóór ergens bij.

Vorige
Vorige

geluksonderbroek

Volgende
Volgende

hoera