halve meter
Zondagochtend raakte een bestuurder van een fietstaxi bij de Herengracht in Amsterdam te water, hij is gereanimeerd en in kritieke toestand naar het ziekenhuis overgebracht.
Toen ik dat bericht las, dacht ik aan hoe ik bijna twintig jaar geleden met een meisje achterop over de grachten fietste, of liever gezegd erlangs. De alcohol had me druistig gemaakt, het deuntje van Turks Fruit fluitend trapte ik op de pedalen alsof we door een peloton werden opgejaagd.
Bij de Herengracht aangekomen versnelde ik nog wat extra, waarna ik “Whoehoeeeeeee” roepend beide voeten de lucht in wierp. Het meisje achterop riep: “Kijk uit, gek!”, waarbij haar stem uitgelaten klonk, maar ook angstig, want ik maakte echt een megazwieper richting waterkant. Nog net op tijd stuurde ik weer de goede kant op, anders hadden we een nat pak gehaald en dat in november.
Ondanks de toenmalige beneveling zie ik soms nog kraakhelder het zwart voor me, dat links van mijn trapper gaapte als een klein ravijn. Het water waar ik als een tweede Bas Jan Ader in dreigde te verdwijnen, al was het dan per ongeluk en geen onderdeel van een kunstproject. Een halve meter of iets meer naar links en het was anders gelopen. Die gedachte heb ik ook als ik 's avonds laat over een tweebaansweg rijd en niét mijn neus boor in die van de mij tegemoetkomende Scania.