heerlen
Gisteren trad ik op in Boekhandel Van der Velden Van Dam in Heerlen. Vóór mij las een aantal jonge literaire talenten uit de regio voor uit eigen werk, van wie ik stuk voor stuk de naam vergeten ben. Sowieso vergat ik alle namen van alle mensen aan wie ik werd voorgesteld. Steeds bedacht ik: deze moet ik onthouden, en weg was het weer.
Na zeventien keer opnieuw voorstellen onthield ik eindelijk de naam van de persoon die mij interviewde (‘Eugène’) en met hem sprak ik over de overeenkomsten tussen Heerlen en de plek waar ik opgroeide: Alphen aan den Rijn. Toen ik er woonde wilde ik maar één ding: weggaan. Toen ik er weg was wilde ik weer maar één ding: terugkeren.
Tijdens het signeren sprak ik met stadsdichter Sven Vek over hoe ik wandelend door Heerlen net zo begeisterd was als wanneer ik door bepaalde gedeeltes van Alphen loop. Vervallen woningen, gesloten restaurants, verlaten winkelstraten op zaterdagmiddag. Ik ben verzot op dat soort plekken. Niet omdat ik er op neerkijk, integendeel, ik wil er juist deel van uitmaken.
Buiten Heerlen en Alphen heeft niemand het over Heerlen en Alphen. Behalve als er iets negatiefs over te melden is, zoals in Alphen een schutter of omvallende hijskranen, en in Heerlen een compleet winkelcentrum dat gesloten werd vanwege door oude mijngangen veroorzaakt instortingsgevaar. Alphen en Heerlen zijn plekken die er altijd een beetje naast vallen, en ik ben een man die er altijd een beetje naast valt. Ook bij mij is er voortdurend sprake van instortingsgevaar. Kortom: Harmens houdt van Heerlen.