irene
Ik ga iemand een kaartje sturen. Hoe begin ik? Dit zijn zo wat mogelijkheden:
Hoi Irene;
Hallo Irene;
Heyyyyy Irene;
Hi Irene;
Irene;
Beste Irene;
Lieve Irene.
‘Beste Irene’ klinkt een beetje afstandelijk, wat wel op zijn plaats is, want we kennen elkaar helemaal niet. ‘Irene’, alleen dat, dat is weer al te hard. ‘Hi’ en ‘heyyyyy’ is te frivool. ‘Hallo Irene’ is de voorbode van een slechtnieuwsgesprek. ‘Hoi’ is te studentikoos, doet me denken aan “Hoi Pipeloi” uit Jan, Jans en de Kinderen.
Jan, Jans en de Kinderen, dat lazen we vroeger altijd. Als mijn moeder genoeg geld had gespaard en ik niet te veel rijksdaalders uit haar spaarpot had gejat, kocht ze het nieuwste album. Ik mocht nooit als eerste lezen, want ik was de jongste, maar was het eenmaal mijn beurt, dan slurpte ik ieder stripverhaaltje op als kaviaar. Behalve als de rode kater een monoloog hield, die sloeg ik over.
Waar ben ik met mijn gedachten? Terug naar het kaartje voor Irene. Irene rijmt op ‘sirene’. En op ‘mooie bene’ - waarom denk ik aan de benen van Irene? Ik weet helemaal niet hoe ze eruitziet. Het doet er ook niet toe, dit is geen versierpoging, dit is een kaartje. Aan een onbekend iemand, met benen die goed zijn zoals ze zijn. Mijn moeder vond altijd dat ze dikke benen had. Dan vroeg ze aan ons: “Vinden jullie dat ik dikke benen heb?” Mijn broer, mijn zus en ik in koor: “Nee hoor, echt niet.” Daarna snel weer verder lezen in Jan, Jans en de Kinderen.