knie
Je bent niet je lichaam, je hébt een lichaam. Ik wijs niet naar mijn romp en ledematen om te zeggen: dit ben ik. Wel: dit zijn mijn armen, mijn benen.
Soms zwaait iemand op straat en weet ik niet zeker of dat naar mij is of naar iemand achter me. Dan beweeg ik mijn wenkbrauwen omhoog en priem ik mijn wijsvinger tegen mijn borstbeen: "Bedoel je mij?" Maar ik bén niet mijn borstbeen.
Als ik alleen maar naar iemands knie kijk, word ik daar over het algemeen niet warm of koud van. Ik vind het een weinig verfijnd lichaamsdeel, best wel bonkig. Zoom ik echter uit, dan neem ik ‘m er met liefde bij. De knie verbindt het onderbeen en de voet met het bovenbeen en de rest van het lijf. De knie is een corridor.
Een foto van alleen een dick mist ook context. Het is alsof je alleen de slurf ziet, in plaats van de hele olifant. De olifant is een van mijn lievelingsdieren, maar ik zie de verlengde snuit het liefst wel samen met de slagtanden, de wapperende oren, dat schattige kleine staartje.
Los van het onbetamelijke, is een dickpic hopeloos incompleet. Alsof je iemand een plaatje van een voordeur laat zien en vraagt: wat vind je van mijn huis?