lukken

Na het crisisoverleg van afgelopen nacht kwam Hugo de Jonge naar buiten en sprak hij de volgende woorden: “Ik denk dat het zou moeten kunnen lukken om eruit te komen.”

Als iets lukt ben ik blij. Ik wil iets, en het gebeurt. Er moet bijvoorbeeld een verhaal geschreven worden: ik ga achter mijn bureau zitten en na een paar uur staat er iets.

Het kán lukken. Er moet een verhaal geschreven worden: het lukt niet meteen, maar dat wil niet zeggen dat als ik stug doorploeter het niet alsnog kan lukken.

Het moet kunnen lukken. Ik slaag er niet meteen in om een verhaal te schrijven, maar de vorige keer is het ook gelukt, dus dan moet het nu ook kunnen lukken.

Het zou moeten kunnen lukken. Ik probeer echt nog wel om aan het verhaal te werken, maar een resultaat bereiken lijkt inmiddels net zo fictief als het verhaal zelf.

Ik denk dat het zou moeten kunnen lukken. Ik zie het niet meer gebeuren. Ik stop met schrijven. Waarom word ik geen buschauffeur. Of banketbakker. Of boa.

Vorige
Vorige

zo druk

Volgende
Volgende

de elementen