zo druk

O hoofd, wat ben je druk. Altijd op toeren: nooit rust. Eén lang uitgerekt vroem.

Hoofd gaat door, door en door. Gedachten kronkelend als slangen. Hoofd is vol, maar er komt steeds iets bij: er kán steeds nog iets bij. De definitie van ‘vol’ is: ‘geheel gevuld’, maar hij was dus niet vol. Want als iets geheel gevuld is kan er niks meer bij, en er kon steeds nog iets bij.

Steeds nog iets bij, steeds nog iets bij. ‘s Nachts komen de demonen, die dus niet permanent maar alleen tijdelijk bij mij wonen. Ik weet nooit wanneer ze komen. En als ze er zijn weet ik niet wanneer ze gaan. Ze gaan in ieder geval nooit als ik ze dat vraag.

O hoofd: zo druk, zo druk. Zo druk, zo druk, zo druk. Nog een tijdje zo doorgaan en dan ben je stuk.