maken
Componist en nu ook romanschrijver Sarah Neutkens werd in Het Parool geïnterviewd door Dieuwertje Mertens. Het gesprek ging over haar maniakale drang tot creëren, ze zei: “Als ik aan het begin van een maakproces sta, houd ik niet voor mogelijk dat ik iets ga maken, dat het weer zal lukken om het tot een goed einde te brengen. Ik voel altijd die angst dat het de volgende keer niet zal lukken. En als ik niets kan maken, waarom ben ik er dan, waar leef ik dan voor?”
Ik herkende het, de twijfel, soms zelfs de overtuiging als ik aan een boek of bundel begin: dat het me dit keer niet gaat lukken, dit keer echt niet. De afgrond waarlangs het bureau staat waaraan ik schrijf, hoe ik soms bijna vooroverkukel. Ook de wat larmoyante verzuchting: wat heeft het leven voor zin als ik niet kan maken? Heb je eenmaal besloten dat je een maker bent, van muziek, literatuur, beeldende kunst of wat dan ook, dan wordt niet-maken een leeg paleis. Je loopt erdoorheen, wat een ruimte, maar er wordt niets van gebruikt.
Neutkens werd ook geïnterviewd door Jellie Brouwer in het radioprogramma Kunststof, ze werd omstandig geprezen om haar werklust. “Ongelooflijk, dat je zoveel uur per dag werkt,” was met zoveel woorden de opmerking van Brouwer, waarop Neutkens vervuld van een soort spijt benadrukte: “Maar er zijn dus ook heel veel uren op een dag dat ik niét werk.”
Dit werd niet letterlijk zo gezegd, maar het is wel wat ik van het gesprek heb onthouden en mezelf daarop heb ingeprent. Ik ga maken, ik moét maken.