miljaar

Een auto kan stuk gaan. Op de meest onhandige, ongunstige momenten. Midden in een tunnel kan de motor er ineens mee uitscheiden. Sta je daar, midden in de tunnel. Er zullen rode kruizen boven de rijbaan verschijnen. Er zal een sleepwagen komen met iemand erin met een oranje overall.

Een autoband kan klappen. Op de meest onhandige, ongunstige momenten. Net op het moment dat je vanachter het stuur zo wild op je kauwgom aan het kauwen bent dat je op je tong bijt. En miljaar! roepend naar een tissue zoekt om het bloeden te stelpen. Net op dat moment kan de autoband klappen. Je zult in een slip raken en gedachten hebben. DIe gedachten gaan over wat er op dat moment gebeurt of, als de klapper die je gaat maken ontegenzeglijk groot zal zijn, zullen ze uitgaan naar het leven dat achter je ligt.

Alles houdt een keer op, je weet nooit wanneer. Steeds als je nu? denkt zal het nog doorgaan. Dingen kunnen ook ineens beginnen. Mijn meester op de lagere school zei dat Jezus op aarde terug zal keren “als een dief in de nacht”. Ik zag het helemaal voor me: de Messias met een bivakmuts op en een koevoet in de hand, maar hij bedoelde het niet letterlijk.