smurfenlied
Een groot deel van mijn tijd op aarde is opgegaan aan het stellen van vragen. Ik ben de waarom-fase die begond rond mijn derde nooit ontgroeid. Als iemand me “Harmons” noemt in plaats van Harmens, of een liedje fluit terwijl hij niet vrolijk is, of me de hand schudt en dan de vrije hand nog eens over onze in elkaar geschoven handen legt, dan wil ik daar de reden van weten. Meestal is het antwoord: “Nou, gewóón...” en daar mag ik het dan mee doen.
In het Smurfenlied van Vader Abraham, oftewel de afgelopen week overleden Pierre Kartner, worden ook heel veel vragen gesteld. Gelukkig volgen daar in dit geval meteen de antwoorden op. Op de vraag: “Kunnen jullie door een waterkraan?” volgt meteen de geruststelling: “Wij kunnen door een waterkraan.”
“En ook door een sleutelgat?” “Ja, ook door een sleutelgat,” en zo gaat het verder. De intrigerende vragen zijn voor het laatste couplet bewaard, dat aanvangt met: “Waarom zijn de smurfen klein?” Antwoord: “Omdat jullie groter zijn.” En tot slot: “Wat is jullie grootste wens?” Antwoord: “Smurfen, maar dat snapt geen mens.”
Waar staat dat smurfen voor? vraag ik me al decennia lang af. Het moet iets met twee lettergrepen zijn en eerst dacht ik aan iets met seks. Later dacht ik: ze bedoelen toch niet sterven?