traag
Gisteren zat ik in een leeszaal de dagboeken en correspondentie van dichter Menno Wigman door te spitten. Ik werk namelijk aan zijn biografie.
Waar ik de afgelopen maanden alleen maar aan het racen was, ging alles nu stapvoets. Er waren verschillende tafels met daarop stapels archiefmappen. Twee andere mensen waren op vergelijkbare wijze in de weer, dan weer lezend, dan weer aantekeningen makend, dan weer uit het raam starend naar reizigers die het nabij gelegen station in liepen, of uit. Een bijenkorf was het, met snelle bewegingen naar binnen en naar buiten, maar hierbinnen stond de tijd stil.
Soms hoestte iemand, dan veerde ik even op. Voor de rest verliepen de uren, waar ze normaal gesproken vliegen. Ik ga hier nog heel vaak terugkomen, om aan de biografie te werken, maar ook om te genieten van hoe stroperig tijd kan zijn. Alles traag, zo heb ik het graag.