vrienden

Vijf jaar geleden kreeg ik mijn autismediagnose. Een van de eerste vragen die ik moest beantwoorden was of ik vrienden had. ‘Ik heb heel veel vrienden,’ antwoordde ik. ‘Hoe vaak zie of spreek je ze?’ was de vervolgvraag. Waarop ik naar waarheid antwoordde: ‘Vrijwel nooit.’

Thuis meteen opzoeken in het woordenboek, een vriend is: ‘een persoon waarmee je door gevoelens van genegenheid bent verbonden’. Genegenheid is: ‘goedgunstige gezindheid, liefde’.

Ik ben mijn vrienden goedgunstig gezind, voel veel liefde voor ze. Sinds mijn diagnose probeer ik meer voor mezelf te kiezen. Voldoende rust in te bouwen, zodat het leven me niet meer zo overweldigt. Wat betekent dat ik nauwelijks nog naar feestjes ga en afspraken afzeg als mijn hoofd te vol zit. Met als gevolg dat ik mijn vrienden nog minder zie dan ik ze al zag.

Voor mezelf kiezen geeft rust, maar leidt ook tot nieuwe onrust. Want ik mis mijn vrienden.

Vorige
Vorige

isuzu

Volgende
Volgende

likmevestje