zeg maar
Ik word regelmatig ingehuurd voor communicatieadvies. Wat ik bijvoorbeeld doe is kijken hoe iemand zich presenteert en kijken of dat beter kan. Ik ga mensen niet dresseren of modelleren naar een ideaalbeeld. Ik wil juist dat ze zichzelf kunnen zijn, maar dan wel met een goed verhaal, dat liefst niet al te binnensmonds voor het voetlicht wordt gebracht.
Als ik onderzoek hoe iemand praat, ga ik eerst kijken zonder te luisteren. Ik let op gezichtsuitdrukkingen, de stand van de ogen, hoe iemand zijn handen gebruikt. Sommige mensen hebben bij een gerenommeerd bureau een cursus gesticuleren gevolgd, maar het ziet er geforceerd uit, zoals sommige Tweede Kamerleden nu ineens hebben geleerd schuin achter hun spreekgestoelte te gaan staan. Dat is om daadkrachtiger over te komen, maar het werkt niet, het zijn kunstjes.
Nadat ik heb gekeken zonder te luisteren, ga ik luisteren zonder te kijken. Wat ik er vooral uitvis zijn stopwoordjes. Sommige mensen zeggen om de zoveel zinnen: “Zeg maar”. In plaats van: “Ik heb groot nieuws” zeggen ze: “Ik heb zeg maar groot nieuws,” en zo wordt alles klein en futiel.
Als iemand stopt met “zeg maar” zeggen, is het alsof hij naar de kapper is geweest en zijn mooiste kleren heeft aangetrokken. Soms hou ik vooral van woorden als ze worden weggelaten.