zuiderzeeballade

Pas interviewde ik zangeres, trouwambtenaar én dichter Imca Marina voor het AD, die zei: “Soms loop ik door een straat waar ik heel lang niet geweest ben en sta ik stil en weet ik dat er vroeger een prachtige oude eik gestaan heeft. Dan bel ik aan bij mensen, om dat te checken, want voor hetzelfde geld verzin ik het. Maar het klopt altijd. Ik zie wat er is, maar óók wat er mist.”

Ik moet zo naar Flevoland. Als ik daar ben zie ik de grond onder mijn voeten, maar ook het water dat er eerder stroomde. Ik zie het niet echt, maar ik zie dat het weg is.

Kom ik een ex van mij tegen, dan wordt de tijd voor mijn ogen als een videoband teruggedraaid. Ik zie de ander zoals ze nu is, maar ook zoals ze was toen we samen waren.

Ben ik op Flevoland, dan neurie ik altijd de Zuiderzeeballade mee. Dat vond ik als kind zo'n mooi liedje. Wat me trof was dat de opa samen met zijn kleinzoon een foto van vroeger bekijkt en daar iemand op ontdekt die nu dood is. Met een krop in zijn keel valt de zanger compleet stil, waarop zijn kleinzoon (terecht) roept: “Opa, zeg nou wat!” En dat midden in de opname. En ze hebben het gewoon zo gelaten!

Vorige
Vorige

de dieren

Volgende
Volgende

authenticiteit